Bolivia, Condor Trekkers

16-18 november 2017

Om half zeven ’s ochtends werden we verwacht in het Condor Café. We waren netjes op tijd ons bed uit, hadden alle spullen op tijd ingepakt & wilden de deur uitlopen, toen we erachter kwamen dat deze op slot zat. Gelukkig zat er een nachtbel, waarna er iemand klaarblijkelijk uit de slaapdienst werd gewekt. We hoopten dat hij de deur voor ons zou open doen en ons een fijne verdere reis zou wensen, maar helaas mochten we nog niet vertrekken. Eerst moest er nog even (op z’n Zuid Amerikaans, lees: LANGZAAM) gecheckt worden of we wel hadden betaald. Toen hij eindelijk onze namen had gevonden in de agenda van het hostel en erachter kwam dat we inderdaad al netjes hadden betaald deed hij de deur voor ons open. Lichtelijk chagrijnig liepen we ietsjes sneller dan gepland richting Condor Café, omdat we wat tijd hadden verloren.

Aangekomen in Condor Café lieten we 1 backpack achter en namen we er 1 mee met alle spullen erin die we dachten nodig te hebben. We ontmoeten het Franse stel waarmee we de eerste dag samen zouden lopen; Benjamin (38) en Louise (25) uit Parijs. De trek begon met een busrit van 1,5 uur naar een mooie stenen kapel, naast het beroemde pad de ‘Inca Trail’. Bij de kapel genieten we eerst van een lekker ontbijtje, waarna we van start gaan.

Voor deze trek hebben we in de meerdaagse trekkingen porters gehad die onze spullen droegen of we hadden maar spullen voor 1 nachtje mee, waardoor we nog niet echt een idee hadden van gewicht wat je mee kan dragen. Iets te optimistisch hadden we dus véél te veel spullen meegenomen – ik gok iets van 10 kilo. Daarbovenop kwam nog het voedsel wat we mee moesten dragen voor de komende dagen, dit werd namelijk netjes verdeeld over iedereen. Reni kon het gewicht niet makkelijk dragen, waardoor het sjouwen merendeels op René terecht kwam.

We lopen het eerste deel over het Inca pad langs prachtige landschappen, kletsen wat met Benjamin, Louise, Johnny (gids 1) en Edwin (gids 2) en René heeft het zwaar met het tillen van de loodzware backpack. Vlak voor de lunch draagt Reni nog even de backpack om René een beetje te ontzien. Na de lunch lopen we langs prachtige rotsformaties langs de rivier naar Socobamba. We steken de rivier over via een brug die zo onveilig is dat we er één voor één overheen moeten en lopen langs kleine, slippery randjes achter een drietal zwarte varkentjes aan omhoog de berg op. We merken dat we vrij hoog zitten, want we zijn al snel buiten adem. Helemaal op de top kijken we terug op het westelijke gezicht van de Cordillera en op de verbazingwekkende krater van Maragua.

Aan het einde van de trip gaan we naar ‘La Garganta del Diablo’, de waterval die bekend staat als de ‘Devil’s Throat’ te staan ​​en vervolgens de grot in te gaan die zijn mond is, ‘La Boca del Diablo’. Alles waar rivier en waterval staat in deze tekst hebben wij geen water gezien. Alle rivieren en waterreservoirs die we tegenkomen bevatten geen water vanwege de droogte die Bolivia in bepaalde delen al 2 jaar teistert.

We overnachten de eerste nacht in het dorp Maragua in het hart van de krater, wat onderhouden wordt door een aantal families van de lokale gemeenschap. Het is een prachtig onderkomen met heerlijke bedden en schoon beddengoed, wat we eigenlijk totaal niet hadden verwacht. We hebben zelfs een douche – in het damestoilet – waaronder we ons kunnen opfrissen! Hij is een beetje koud, maar toch neemt iedereen er graag gebruik van.

We ploffen na het opfrissen op onze bedden neer en wachten tot we weer theetijd met koekjes hebben (jeeh!). We hebben een kamer met 3 bedden, waar we lekker met z’n tweeën kunnen slapen. Na theetijd kijken we een serietje tot we kunnen avondeten. We drinken ’s avonds een biertje en genieten van het optreden van een man uit het dorp die speelt op een mini gitaartje en zingt in Quechua (de belangrijkste voertaal van het Inca-rijk). Na een hele mooie dag gaan we moe, maar voldaan richting ons nestje.

De volgende ochtend ontbijten we met pap en banaan en nemen we afscheid van Louise en Benjamin, die de tweedaagse trekking doen, waardoor we ieder een andere kant op gaan (Sinterklaas rijmpje!). We lopen deze dag alleen met Johnny (30), wat gelukkig heel gezellig is. Hij doet zijn best om een gesprek te voeren en kan prima Engels praten. Hij heeft een Engelse vrouw, die hij in Bolivia heeft ontmoet en vrij snel (per ongeluk) heeft bezwangerd. Zijn zoontje is nu 8 maanden oud en hij probeert een visum te krijgen om naar Engeland te vertrekken. Met een diploma toerisme op zak heeft hij al eerder in Duitsland gewerkt en hij wilt nu hetzelfde gaan doen in Engeland. We lopen deze dag vooral langs wegen, wat de trekking iets minder leuk maakt. Onderweg zien we wel dinosaurus voetafdrukken (tof!) en natuurlijk alsnog prachtige landschappen. We lunchen tussendoor en komen laat aan op onze volgende slaapplek.

Ook deze slaapplek is weer helemaal goed, we hebben een eigen kamer met prima bedjes + een douche die dit keer zelfs warm is. We komen er helaas achter dat Reni haar sneldrogende handdoek heeft laten hangen in het vorige onderkomen, maar komen er ook achter dat we het prima afkunnen met 1 handdoek. Ook hier genieten we weer van een theetje, koekjes en wat chocolade met coca & quinoa (omnomnom!). We halen wat biertjes bij een vrouwtje om de hoek en spelen een spelletje Yahtzee totdat we gaan eten. Na het eten duiken we meteen ons bed in.

De volgende dag staat bijna volledig in het teken van naar Sucre teruggaan. We gaan ’s ochtends vroeg (mits hij open is) richting een museum om daarna de lokale bus in te stappen. Het museum is open, dus we krijgen een rondleiding door een kamer met poppen die allemaal verschillende kledij aanhebben. Het blijkt de lokale klederdracht voor mannen en vrouwen te zijn en nog een paar speciaal voor een of ander evenement waar de ouderen zich als jongeren kleden en de jongeren als ouderen. Na het museum stappen we de bus in, die inmiddels is aangekomen en wachten we tot hij vertrekt.

Dit duurt uiteindelijk zo’n twee uur. De chauf loopt heen en weer tussen de bus en geen idee waar, om af en toe een paar keer te toeteren en de indruk te wekken dat we gaan vertrekken. Niemand komt hierop af, dus we wachten maar weer een tijdje… Uiteindelijk vertrekken we twee uur later richting Sucre en pikken we onderweg al toeterend nog een aantal andere lokale mensen op.

In Sucre lunchen we nog in Condor Café (lekkere falafel!), brengen we onze backpacks weer op orde, ontdekken een heel lief briefje van het Franse stel en we internetten nog wat totdat we richting busterminal vertrekken om daar om 15.30u de bus weer terug richting Potosí te pakken!

Comments are closed