6-8 november 2017
’s Ochtends vroeg op 6 november staan we klaar bij het water om de boot op te gaan richting het 70 kilometer grote Isla del Sol in het Titicacameer. Er staan al een hoop mensen te wachten. Sommigen met backpack en anderen zonder, wat betekend dat ze ’s middags de boot weer terug nemen richting het vaste land.
Isla del Sol moet een idyllisch en sereen eilandje zijn met ruwe rotsen, glooiende heuvels, geurige eucalyptusbomen en ruïnes, waar geen geasfalteerde wegen en motorvoertuigen te vinden zijn. Op de rotsachtige hellingen zijn kleine dorpjes gebouwd, smalle zandstrandjes omringen het eiland en de Incaruïnes brengen je even terug in de tijd. Het moet een leuke wandeling zijn van Zuid naar Noord, wat we dan ook van plan zijn te gaan lopen de volgende dag.
Volgens de legendes werd op Isla del Sol de zonnegod Inti geboren. De schepper Viracocha creëerde de zon, de maan, de sterren en zette ook de eerste mensen op Isla del Sol, waaronder de zoon van Inti. Een vloedgolf dreef de mensen weg en alleen de zoon van god Inti en zijn vrouw bleven over. De zoon van de zonnegod werd de eerste Inca-heerser, hierdoor noemen de Inca’s zichzelf de kinderen van de zon.
Aangekomen op Isla del Sol worden we meteen op de steiger tegengehouden door twee Incavrouwtjes om een ticket te kopen voor het eiland, hiermee kunnen we als het goed is alle ruïnes op het eiland bezoeken. Na aanschaf worden we doorgelaten en staat de dame van Hostal Jacha Inti ons op te wachten. Dit bleek later niet voor ons te zijn, maar voor 3 andere gasten die ook op de boot zaten en vlak achter ons aankwamen. Het hostel is gelukkig niet helemaal bovenop de heuvel, want de paar trappen die we nu omhoog moeten zijn al best wel killing. Eenmaal boven aangekomen moeten we heel even wachten tot we onze kamer in mogen. We hijgen een beetje uit en genieten van het prachtige uitzicht. De kamer bleek een hele grote te zijn met 3 bedden, heerlijk luxe!
René besluit een klein rondje te gaan wandelen op het zuidelijke gedeelte van het eiland en Reni blijft bij het hostel om nog iets meer aan te sterken, ze voelt zich nog steeds niet helemaal goed. Als René terug is lunchen we 100 meter verderop bij de buurvrouw en spelen we daarna Yahtzee op het terras bij het hostel, met een frisje en een biertje! We besluiten te gaan eten bij het hostel, omdat we niet heel veel zin hadden om in het donker naar de restaurantjes boven op de berg te lopen. Man- en dochterlief (± 8 jaar) zijn ook aanwezig in het restaurant en er is een hulp/oppas die dochterlief vermaakt.
De tweede dag ontbijten we bij het hostel met lekkere broodjes, geroerbakte eieren, thee en sap, waarna we ons klaarmaken voor de wandeling. We lopen naar boven via de Inca trap en komen onderweg naar boven de hulp/oppas van de vorige avond tegen, die vraagt of we richting de mirador (uitkijkpunt) op weg zijn. We vertellen hem dat we van plan zijn te gaan lopen van zuid naar noord, waarop hij verteld dat er een conflict is tussen zuid en noord waardoor dat waarschijnlijk niet gaat lukken. We besluiten het toch te proberen en lopen na de mirador door richting het zuidelijke gedeelte van het eiland. Al snel worden we tegengehouden door een oude schapen herder, die ons graag uitlegt wat er gaande is tussen noord en zuid. Na een monoloog van een kwartier is het enige wat we verstaan hebben “conflict”, “8 maanden” en we denken dat hij gezegd heeft dat we via de andere kant richting het strand kunnen lopen. We besluiten terug te lopen en – eigenwijs als we zijn – het via de andere kant te proberen en als dat niet lukt in ieder geval tot het strand te lopen.
We lopen zo’n twee uur richting het strand waar de boer het over had en worden wederom tegengehouden door een lokaal iemand met hetzelfde verhaal. We vragen of het oké is het strand over te lopen en via die kant terug te lopen, wat zo blijkt te zijn. Reni aait een varkentje die er al scharrelend fluffy uitzag, maar vrij stugge haren bleek te hebben en we gooien wat steentjes over het water. Na het strand begint de weg terug, die vrij zwaar bleek te zijn met veel klimmen. We lopen ook nog een keer verkeerd (omhoog) en hebben bijna geen water meer, drama! Uiteindelijk komen we na zo’n 5 uur lopen weer in de bewoonde wereld en delen we op de top een menuutje. Een lekker soepje, een omelet met rijst, coca cola en toe banaan met chocoladesaus (jammie!).
Om 15.00u komen we terug bij het hostel, waar we een biertje drinken en Yahtzee spelen. ’s Avonds delen we een pasta & pizza bij het hostel in het gezelschap van dochterlief die heel graag ook een stukje pizza van ons wilt. Ze eet zelf de befaamde combi van spaghetti, ketchup en kaas, maar dat zint haar niet helemaal. Na veel smeken, het aan moeders vragen, ruzie met moeders hebben en stiekem ondeugende streken uithalen krijgt ze toch een halve slize pizza van Reni. Als een kind zo blij schrokt ze zo snel mogelijk het stukje pizza naar binnen, zodat moeders het niet ziet. De rest van de avond is ze onze beste vriendin en doet ze alles voor onze aandacht zoals één van onze dobbelstenen in haar broek verstoppen en een flesje bellenblaas opdrinken, waarna ze half kotsend op de grond ligt…
De volgende dag vertrekken we om 10.30u met de boot weer richting Copacabana, waar we om 12.00u aankomen. Onze bus richting La Paz vertrekt pas om 13.30u, waardoor we besluiten nog even bij onze Braziliaanse rasta vriend in Quechuas Restaurante te gaan zitten. We eten wat garlic bread, drinken een jarra sap en downloaden nog wat afleveringen van Netflix voor in de bus.