29-01 december 2017
’s Ochtends halen we weer twee stokbroden bij de bakkerij tegenover ons hostel in San Pedro de Atacama om vervolgens met onze backpacks richting de busterminal te lopen en de bus in te stappen. De weg van San Pedro naar Salta is wonderschoon, het landschap verandert ieder uur en het lukt Reni wat mooie plaatjes te schieten. Onderweg gaan we de grens over en we mogen hier ook weer zonder problemen het land in. Het vierde land in Zuid Amerika!
Salta, in het noordwesten van Argentinië, is in snel tempo een van de meest bezochte gebieden van het land aan het worden. Het is een oude koloniale stad vol prachtige architectuur en wordt omringd door ruige natuurlijke landschappen, bergen, wijngaarden en valleien.
In Cusco was ons aangeraden door de eigenaar van La Bo’M om in Argentinië naar Salta te gaan, daar een paar dagen te verblijven – omdat dit een te gekke stad moet zijn en de omgeving ook prachtig moet zijn. We hadden zelf bedacht een auto te huren en door te rijden richting Córdoba en Mendoza. We hebben in SP gekeken naar de kosten voor het huren van een auto, maar dit was helaas vrij prijzig. We hebben een vrij strak schema in Argentinië en Chili, omdat we nog de optie willen hebben Peter & Bram (twee vrienden van ons) op te zoeken met oud&nieuw in Colombia. Mede hierdoor besluiten we geen auto te huren en iets sneller te verkassen.
Vanaf de busterminal besluiten we te lopen naar ons nieuwe onderkomen; het Ferienhaus. Een hostel waar we in een dorm gaan slapen, om wat centjes te besparen. Onze eerste dorm buiten de Uyunitour om! Ook is er de mogelijkheid zelf je vuile was te doen en kunnen we gebruik maken van een keuken; Dikke prima!
Onze reis naar Salta was helaas een geval van opgeblazen verwachtingen. Een relaxte, koloniale, kleine stad – de beschrijving is precies waar we van houden. Nadat we ons hebben gesetteld in onze dorm lopen we de stad in langs de afwisselend koloniale en moderne gebouwen en de kleurrijke neoklassieke kerken. Hoewel het een fractie van de grootte van Buenos Aires is, voelde Salta op een of andere manier echt overvol en overbevolkt in delen van de stad. Vooral tijdens het spitsuur zijn er files van auto’s midden in de stad en lopen er hordes mensen die nooit haast lijken hebben. En toch voelt de stad vaak ronduit slaperig aan.
We gingen opzoek naar een pinautomaat voor wat Argentijnse pesootjes, maar dit bleek niet gemakkelijk te zijn. We hadden al een beetje vernomen dat het vrij duur is om te pinnen hier, maar hadden dit toch te licht opgevat. Na ongeveer bij 30 pinautomaten te hebben geprobeerd meer dan €150 te pinnen – omdat de kosten per transactie zo’n €8 euro zijn willen we graag zoveel mogelijk in een keer uit de muur trekken – komen we er langzaam maar zeker achter dat dit hoogstwaarschijnlijk niet gaat lukken. Dure business, dat pinnen! We besluiten de volgende dag langs een bankbediende te gaan om geld op te nemen, waar we hopelijk meer dan €150 euro in een transactie kunnen opnemen. We gaan naar Chirimoya, waar we vrij heftige groentepasta’s eten, zoeken daarna een bar op waar we ook met kaart kunnen betalen en drinken een heerlijk Salta biertje.
Op dag twee ontbijten we rustig, we doen (zelf!) de was en gaan opzoek naar een bank die open is. Helaas doen we dat iets te laat, waardoor we voor een dichte deur staan – de bank is blijkbaar alleen in de ochtend open. Omdat we het hostel cash moeten betalen besluiten we dan toch maar wat geld uit de muur te trekken en voor de rest zoveel mogelijk met kaart te betalen. Na het bankenavontuur is het tijd voor een supermarkt om wat water en een lekkere lunch in te slaan. In het hostel hebben we voor de rest een rustige dag, we spelen wat Yahtzee, drinken een biertje en zoeken ’s avonds een McDonalds op om iets te eten.
De laatste dag laten we onze backpack achter in het hostel en móeten we er wel op uit 😉 Reni laat tevens het boek “The Subtle Art of Not Giving a F*ck” (aanrader!!!) die ze van Joëlle heeft meegekregen achter, samen met het dagboek “One line a day” – waar geen een line op geen enkele day is geschreven – en 2 t-shirts. Dat scheelt weer sjouwwerk!
We bezoeken Museo de Arqueología de Alta Montaña, waar we geen normale tentoonstelling zien, maar eentje die het verhaal van de Inca’s en hun offers verteld. In 1999 heeft een groep wetenschappers de overblijfselen van de kinderen van Llullaillaco gevonden, een meisje van 15, een jongetje van 7 en een meisje van 6 jaar oud. Drie Inca-kinderen die 500 jaar geleden werden geofferd op de top van de Llullaillaco vulkaan op de grens tussen Argentinië en Chili. Vanwege de ijzige omstandigheden op de 6.739 meter hoge top zijn deze kinderen enkele van de best bewaard gebleven mummies ter wereld geworden. Hun haar, kleding en zelfs inwendige organen zijn hierdoor nog volledig intact. De kinderen kregen in hun laatste maanden regelmatig drugs (coca bladeren) en alcohol toegediend om hen te laten wennen aan het ritueel dat hun dood zou worden. Met het offerritueel kregen de kinderen ook weer sterke drank te drinken, waardoor ze in slaap vielen en begraven konden worden. De Inca’s geloofden dat de kinderen niet dood maar naar een andere plek gingen samen met de spullen waar ze mee begraven waren. Dit deden ze om de goden tevreden te houden en voorspoed in bijvoorbeeld de oogst te krijgen.
De oudste mummie, een meisje dat rond de leeftijd van vijftien was, word La Doncella (de maagd) genoemd en stierf vermoedelijk in haar slaap. Er wordt aangenomen dat La Doncella een aclla was – een maagd, gekozen en geheiligd rond de leeftijd van tien jaar oud, om te leven met andere meisjes en vrouwen die koninklijke vrouwen, priesteressen en offers zouden worden. Het ritueel offeren in de Inca-gemeenschap was bedoeld om gezondheid, rijke oogsten en gunstig weer te garanderen.
La Niña del Rayo was ongeveer zes jaar oud toen ze werd geofferd. Ook zij is vermoedelijk overleden in haar slaap. Haar gezicht, een van haar oren en een deel van haar schouder werden beschadigd door een blikseminslag die na haar dood plaatsvond. Uit DNA-onderzoek bleek dat de twee meisjes halfzussen waren, terwijl de jongen geen familie was.
Het lichaam van het zeven-jaar oude jongetje El Niño was stevig ingepakt en sommige van zijn ribben waren ontwricht. Hij stierf blijkbaar onder stress, omdat braaksel en bloed op zijn kleding werden aangetroffen. Er leek ook een plaag van luizen in zijn haar te zitten. Hij was het enige kind dat vastzat. Vanwege de manier waarop hij vastzat, wordt aangenomen dat hij mogelijk is gestorven aan verstikking. El Niño werd begraven met een verzameling kleine voorwerpen, waaronder lama’s en andere objecten die met rituelen gebruikt werden.
Wij hebben het jongetje mogen aanschouwen, wat enorm indrukwekkend was.
We bezoeken verder deze dag nog wat kerkjes, de kathedraal, het beste empanada tentje volgens de Lonely Planet en we willen graag naar de top van Cerro San Bernardo (een berg met uitzicht over de stad) met de kabelbaan, om vervolgens naar beneden te wandelen. Helaas lukt dat laatste niet, omdat de kabelbaan het niet doet. Toch liever lui dan moe gaan we niet te voet omhoog, maar lopen we door het park richting de gamehal een paar deuren verder van ons hostel. We spelen ons favo spel; een potje airhockey en daarna toch ook nog wat andere spelletjes én we gaan een virtual reality achtbaan in! Ohja; René heeft vandaag in de supermarkt ein-de-lijk weer een zak zuurtjes gevonden, jeeh!
In de avond halen we de tassen op en lopen we richting busterminal om de nachtbus richting Córdoba te pakken, waar we een dagje zullen verblijven en die avond weer verder te reizen met de nachtbus richting Buenos Aires.