06-08 december 2017
We vliegen in twee uurtjes tijd van Buenos Aires naar Puerto Madryn, waar we twee dagen doorbrengen. Het moet een paradijs voor natuurliefhebbers zijn, waar je van juni tot december de beste kans ter wereld hebt om walvissen te spotten.
De kustplaats Puerto Madryn is de plek waar mensen verblijven wanneer ze de omgeving willen verkennen. Een van de meest bekende plekken in de omgeving is Península Valdés; een schiereiland aan de Atlantische Oceaan, in Argentijns Patagonië. Het is een UNESCO-werelderfgoed en de thuisbasis van een van de belangrijkste natuurreservaten van Argentinië. De ingang van het schiereiland Valdes ligt op 48 km van Puerto Madryn en is gemakkelijk bereikbaar met de auto. Je kunt hier onder anderen zeeleeuwen, pinguïns en de grootste toeristentrekker: de Southern Right Whale (seizoensgebonden) vinden in de beschermde watermassa’s tussen het schiereiland en het vasteland.
Van juni tot december komt de walvis naar het schiereiland om te paren of te bevallen, omdat de golf daar rustiger en warmer is dan de open zee. Dit biedt een unieke gelegenheid om deze immense zoogdieren van dichtbij te bekijken, en boten vertrekken regelmatig vanuit Puerto Pyramides tijdens het walvisseizoen. Wij zijn een maandje later dan het seizoen in deze omgeving, waardoor we wat minder kans hebben om iets te spotten.
Aangekomen op het vliegveld van Puerto Madryn proberen we bij het enige loket aanwezig een auto te huren. Helaas zijn ze allemaal verhuurd, waardoor we het na siësta in het dorp nogmaals moeten proberen. We lopen wat langs de kustlijn, eten een omelet in een restaurant en lopen naar 1 van de 5 autoverhuurbedrijven aan de promenade. We hebben gelijk bingo en huren een prachtige, witte, afgeragde Chevrolet Classic. We rijden naar Complejo 21 de Enero- Luz y Fuerza, waar we een cabaña hebben gehuurd. Na het inchecken droppen we onze spullen en rijden we naar de supermarkt voor boodschappen. We eten die avond worteltjes, rijst & een sojaburger! Wederom heel fijn om zelf te kunnen koken 🙂
De tweede dag vertrekken we vroeg richting Península Valdés om dieren te spotten. We rijden na de het tickethokje (in de middle of nowhere) naar Puerto Piramides, waar we checken of er al walvissen gespot zijn. Helaas is dit niet het geval, waardoor we besluiten verder te rijden naar het eerste uitkijkpunt. We rijden naar Punta Norte, waar we (van oktober tot april) orka’s zouden kunnen spotten en sowieso zeeleeuwen en zeeolifanten kunnen zien. Helaas hebben we geen orka’s gezien, maar wel de grauwe pijlstormvogel en kolonies dikke, luie, met zand gooiende zeeleeuwen en zeeolifanten. Ook leuk!
We rijden door naar Punto Cantor waar we darwin’s lizard en een kolonie Magelhaense pinguïns zien en wederom kolonies zeeleeuwen en zeeolifanten. De pinguïns – vernoemd naar de grote ontdekkingsreiziger Ferdinand Magellan, die voor het eerst de pinguïns in 1520 zag op een van zijn koloniale reizen – komen tussen september en april naar deze plek om te broeden. Ze zijn een bedreigde soort, voornamelijk als gevolg van olievervuiling voor de kust van Argentinië, waardoor de Patagonische reservaten des te belangrijker worden.
We slaan Punta Delgada in het zuiden van het schiereiland over, omdat we dan nog een uur langer zouden moeten rijden – het is al laat – en niet denken dat we veel meer dan zeeleeuwen, zeeolifanten en pinguïns zullen zien. Tijdens het rijden op het vaste land spotten we heel veel Guanaco’s (een lama soort), we zien meerdere malen de kuiftinamoe elegant de weg oversteken, de roodkopgier zweeft prachtig door de lucht en een gordeldiertje hobbelt schattig langs de weg.
Als we het schiereiland bijna afrijden zien we een Guanaco verlaten en waarschijnlijk gewond aan de rand van de weg zitten en even later zien we een overreden slang midden op de weg liggen. Na dit prachtige avontuur rijden we terug naar ‘huis’, om weer te mogen genieten van wortels, rijst & een sojaburger.
De volgende dag gaan we met de bus richting Trelew, om vanuit daar naar het einde van de wereld te vliegen. Spannend!
