10-13 januari 2018
We komen rond twee uur ’s middags aan in Pichilemu, dé surfhoofdstad van Chili. Pichilemu is ontstaan onder leiding van Agustín Ross Edwards die zich een Europese badplaats aan de Chileense kust voorstelde. Hij kocht de rechten om een trein rechtstreeks vanuit Santiago te laten komen en bouwde een fantastisch casino en hotel. Het casino is lang geleden gesloten en kan niet heropend worden vanwege een wet die zegt dat er maar één casino per regio mag zijn en de dichtstbijzijnde is in Santa Cruz. Pichilemu is nog steeds een populaire bestemming, vooral voor surfers en lokale bevolking die in de zomer het strand bezetten.
Je schijnt hier geweldige golven te hebben voor zowel beginnende als gevorderde surfers en er zijn regelmatig grote kampioenschappen bij Punta de Lobos, enkele kilometers ten zuiden van Pichilemu, waar de golven mega hoog zijn. Hoewel Pichilemu zwaar werd getroffen door de aardbeving met 6,9 op de schaal van Richter in 2010 en de daaropvolgende tsunami die een groot deel van de stad platlegde, heeft de stad zichzelf weer opgebouwd en start je gemakkelijk met surfen bij één van de velen surfscholen langs het strand, die materiaal en lessen aanbieden. Een wetsuit en waterschoenen heb je zéker nodig, want het water is ijskoud.
Bij aankomst lopen we met onze backpacks richting de kust om daar te zoeken naar een plek om te overnachten. We hebben niet van te voren geboekt, omdat het allemaal vrij duur was en we hopen iets goedkopers tegen te komen. We komen bij de kust aan en zien Pichilemu Hostel Surfers View, waar we naar binnen lopen om te vragen of ze nog en kamer hebben. Dit hebben ze, twee nachten voor de schamele prijs van $70.000 pesootjes, omgerekend bijna €100 euro. Dit is de goedkoopste variant die we online hebben gezien en besluiten niet verder te gaan zoeken. We komen er toch elke keer weer achter dat we niet zo goed zijn in deuren afgaan om de goedkoopste spot te vinden om te overnachten of om een tour te boeken. We settelen ons, vragen aan de eigenaar of hij weet waar we het beste heen kunnen gaan als we willen leren surfen en krijgen een surfschool aanbevolen. We lopen richting de kust naar surfschool Manzana 54 en informeren naar de lessen. Het idee is om 11.00u ’s ochtends de volgende dag gewoon te verschijnen en dan begint de les op een gegeven moment wel ergens. Prima, dat doen we dan! De kosten per les zijn $10.000 peso’s, omgerekend €14 euro, wat we een prima prijs vinden voor een les + gebruik van materiaal.
Na de surfschool lopen we wat door het centrum heen. We hadden verwacht in een zonovergoten paradijsje terecht te komen, met mooie barretjes waar je lekker met een cocktail in je hand zou kunnen relaxen met een lekker deuntje op de achtergrond. Maar helaas is het bewolkt en zijn de relaxte tentjes ver te zoeken. Zoveel potentie, maar het enige wat je ziet zijn slechte eettentjes en kermisachtige perikelen. Jammer! Wat je hier kan doen is surfen, surfen en nog wat meer surfen. Als je niet van plan bent om wat golfjes te pakken en tegelijkertijd je billetjes eraf te laten vriezen, dan zou je op het strand kunnen gaan liggen. Als dit je óók niet ligt, dan kan je beter niet naar Pichilemu gaan, want naast het surfen en het strand is het dus vooral een plek van vergane glorie.
We lopen door het park waar Addie van het programma “Helemaal het einde!” zijn bootcamps deed, drinken ergens een drankje en gaan richting de grote supermarkt voor wat boodschappen. We kunnen gewoon koken in het hostel, dus daar besluiten we gebruik van te maken. In de supermarkt vinden we niet superveel inspiratie voor eten en zien we überhaupt niet veel groentes die niet al verschrompeld zijn. We besluiten voor een broodje hamburger te gaan en nemen een krop ijsbergsla + een tomaatje mee. De burgers komen uit het vriesvak, 2 verschillende vegaburgers voor Reni en 2 verschillende vleesburgers voor René. In Santiago hebben we al eerder milanesa burgers van Mr. Veggie gegeten waar Reni helemaal gek van is en van ditzelfde merk liggen er hier hamburgers in de schappen, dus dat moet wel goed komen!
In het hostel spelen we een spelletje Jenga onder het genot van een biertje en een chippie, knuffelen wat met de honden van het huis en bereiden we ’s avonds onze heerlijke hamburgers. Helaas valt de hamburger van Mr. Veggie zo ongeveer meteen uit elkaar, waardoor één broodje hamburger wordt vervangen door een broodje gezond. Gelukkig is er nog een vegaburger van een ander merk, die wél goed te doen is. In de avond kijken we “The End of the F***ing World” op Netflix (aanrader!) en gaan we lichtelijk zenuwachtig slapen, want de volgende ochtend is het zover…
Onze allereerste surfles gaat bijna beginnen! Na ons broodje kaas lopen we richting de surfschool en moeten we nog een tijdje wachten tot de les daadwerkelijk begint. Na ruim een half uur mogen we eindelijk onze wetsuits en waterschoenen aantrekken en krijgen we een surfplank, waarmee we het strand oplopen. We zijn met z’n achten en krijgen les in het Spaans, wat nog best een uitdaging blijkt te zijn. Bij sommige stukjes moeten we even navragen bij een Duits lesgenootje of we het goed begrepen hebben. Na de uitleg oefenen we een tijdje op het droge met opstaan op je surfplank, wat al een hele uitdaging blijkt te zijn. Als de leraar denkt dat we het een beetje onder de knie hebben, gaan we het water in. We springen met z’n allen braaf op onze surfplank en beginnen met peddelen. Pfoeh! Dat is binnen 2 minuten al héél erg zwaar. Na een paar minuten haalt onze leraar ons zónder surfplank in en zegt hij dat we ook kunnen gaan lopen, want dat is wat makkelijker. Ook al voelt het een beetje als valsspelen doen we dat graag, want het is inderdaad veel minder zwaar. Als we op de plek komen waar we gaan proberen daadwerkelijk te surfen worden we geholpen met golven pakken door de leraar. Het is ook hier vrij ondiep, waardoor de leraar ons elke keer een zet kan geven met de golf mee, zodat het voor ons makkelijker is om op je plank te leren staan zónder de hele tijd te hoeven peddelen. We doen ons best, hebben het naar ons zin, maar hebben het niet één-twee-drie onder de knie. Gelukkig hebben we ons daar op ingesteld, waardoor we nog steeds helemaal happy het water uitkomen als de les afgelopen is. Het smaakt naar meer!
Na de les doen we nog wat boodschappen in de supermarkt en besluiten we te lunchen met een bak aardbeien en – eindelijk een keer ongezoete, naturel – yoghurt en ’s avonds wederom hamburgers te maken, we hebben namelijk nog broodjes en sla over en dat moet toch op hè… Su-per gezond zijn wij 😉 In de middag zoeken we uit waar we de volgende dag gaan slapen, omdat er in het huidige hostel geen plek is dit weekend. Blijkbaar trekken er veel mensen uit Santiago in het weekend naar de kust, waardoor alles volgeboekt is. We boeken 2 nachten bij een hostel ietsjes verderop, om die even later weer te annuleren. We besluiten namelijk nog een andere tussenstop te doen voordat we in Santiago René zijn paspoort ophalen. We willen graag in één van de velen wijngebieden rondom Santiago een fiets huren en een beetje door de wijngaarden heen fietsen. Hierdoor is er nog maar 1 nachtje voor Pichilemu over. We boeken een nacht in een dormroom in hostel Patiperro, twintig minuutjes verderop en we boeken 3 nachten in Santa Cruz, een plaatsje in de Colchagua vallei. Na alles geboekt te hebben doen we nog een spelletje en maken we onze broodjes hamburger klaar. In de avond kijken we weer wat Netflix en duiken we weer vroeg ons bed in om fris en fruitig aan onze tweede surfles te kunnen beginnen.
Op vrijdag checken we uit, kunnen we onze backpacks laten staan tot na de surfles en mogen we nog gebruik maken van de handdoeken van het hostel. De tweede surfles gaat een stuk beter dan de eerste, wat het leren surfen alleen maar nóg leuker maakt. Het lukt ons allebei een paar keer op de plank te blijven staan en komen uiteindelijk met een lach van oor tot oor het water uit. We konden dit keer ook iets meer uit de les halen omdat we met z’n zessen het water in gingen, één meisje het niet helemaal redde met peddelen – laat staan op haar plank te staan – waardoor er een extra leraar bij kwam om haar te helpen. Ze gaf het vrij snel op, waardoor we met een leerling minder waren en een leraar extra (kassa!). We komen er hier ook achter dat het weer zo om kan slaan; de dag begon bewolkt, maar tijdens het surfen trok het open en we zijn zelfs een beetje verbrand terwijl we ons twee keer hebben ingesmeerd.
Na de les lopen we terug naar het hostel om onze spullen te halen en lopen we verder naar het volgende hostel om in te checken. Dit hostel blijkt helemaal gerund te worden door vrijwilligers, allemaal reizigers die hier iets langer willen blijven en werken tegen kost en inwoning. We merken ook hier weer dat je bij de grotere hostels meestal de beste faciliteiten treft wat betreft koken, wassen etc. Daarbovenop zit dit hostel ook weer op een fantastische plek aan het strand. Het is vrijdag, waardoor er vanavond waarschijnlijk een klein feestje gevierd wordt. In eerste instantie wilden we graag het zwembad in springen, maar zoals net al vermeld kan het weer snel omslaan en is het binnen no-time van strakblauwe lucht naar bewolkt gegaan. Daarom droppen we onze spullen in de kamer en gaan we een stukje lopen naar Cúrcuma, een tentje waar we hoogstwaarschijnlijk weer iets gezonds naar binnen kunnen krijgen. Dit blijkt zo te zijn! René eet een chili non carne, Reni een salade met linzen en veel groentjes en we nemen er nog een lekker sappie bij.
We lopen terug naar het hostel en halen onderweg een meloentje voor de vitamientjes. In het hostel kijken we seizoen 1 van “The End of the F***ing World” af en gaan we een stukkie wandelen over het strand. Reni wilt graag een beetje pootje baden, een keuze die ze al snel betreurd, want de zee is hier niet zo vriendelijk als in Nederland. Na een paar golven tot net onder de enkels komt er een enorme golf die ervoor zorgt dat de onderkant van haar broek compleet doorweekt is en gelukkig stond René klaar om het vast te leggen. Terug bij het hostel zorgt Reni dat ze haar broek zandvrij te drogen kan hangen en René chilt wat in de hangmat. We halen om de hoek bij de minimarket 2 kleine vega pizza’s en wat biertjes en spelen een potje pesten in de woonkamer onder het genot van al dit lekkers. In de avond gaan we met alle vrijwilligers van het hostel erop uit naar een feestje bij La Virgen in de buurt van ons oude hostel. Helaas is er geen kip, waardoor we alleen een drankje drinken ietsjes verderop bij El Puente Holandes. Na dit drankje gaat de rest door naar een club, waar het drukker zou moeten zijn, maar besluiten wij oude taarten huiswaarts te gaan. Rond drie uur liggen we lekker op ons bedje in onze dormroom. René boven in het stapelbed en Reni beneden 🙂
Op zaterdag worden we laat wakker, waardoor we snel onze tas in moeten pakken en moeten ontbijten. We boeken een busticket naar Santa Cruz en lopen rond twaalf uur richting de busterminal. De bus staat (voor het eerst) al klaar in de terminal, waardoor we meteen kunnen gaan zitten. Op naar het wijngebied!