Colombia, Jardín

01-04 februari 2018

Na een vrij avontuurlijke reis komen we aan in Jardín. Jardín is een klein koffieplaatsje in het zuiden van het departement Antioquia, ongeveer vier uur rijden van Medellín. Het is één van de mooiste stadjes van Colombia en er is veel te zien, te doen en te genieten, waardoor je hier gemakkelijk een paar dagen kunt doorbrengen. We springen bij de dichtstbijzijnde plek van het hostel vandaan uit de bus, betalen de chauf en lopen naar Hostal Naty Luna die een 9,1 heeft op Booking.com. We moesten kloppen, want een bel is er niet, maar er wordt niet opengedaan. Een paar minuutjes later komt er een vrouw aanlopen die een gast blijkt te zijn van het hostel en voor ons de deur kan openen, fijn! Niet veel later komt ook eigenaar John aangelopen en kunnen we een soort van inchecken. Hij praat graag en wilt ons dus ook álles uitleggen over Jardín en de dingen die er te doen zijn in de omgeving. De kamer is nog niet helemaal klaar verteld hij, waardoor we besluiten eerst te gaan lunchen bij een plek die hij ons aanbeveelt. We eten een dagmenuutje bij restaurant Gloria, waar ook onze nieuwe Duitse vriend Matthias komt binnenlopen na een aanbeveling in het hostel waar hij verblijft – toevallig! We eten met zijn drieën en spreken af de volgende dag te gaan lopen naar La Cueva del Esplendor. Deze prachtige en unieke grot is een van de belangrijkste toeristische attracties in Jardín en is een populaire dagtrip vanuit de stad. De grot ligt op ongeveer drie uur wandelen vanaf de stad en is meer dan alleen een grot; een waterval heeft een gat in het dak van de grot geërodeerd en die komt nu dus rechtstreeks door het dak van de grot in een watertje in de duisternis terecht.

We lopen terug naar het hostel via het centrale plein en kunnen onze kamer in. John vraagt ons wat we gaan doen en René verteld dat hij gaat wandelen. John verteld dat we niet naar La Cueva del Esplendor kunnen wandelen, maar een tour moeten boeken en raakt lichtelijk bezorgd als we zeggen dit zonder tour te willen gaan doen, maar pas de volgende dag. Na uitgelegd te hebben dat het nu om een kleine wandeling gaat en dat René de weg weet, mag hij vertrekken mits hij nog even langs het enige kantoor gaat waar je de tour kan boeken. René wandelt een rondje met Matthias, Reni besluit lekker even niks te doen. Ze lopen naar een waterval en willen graag één van de twee kabelbanen van het dorp in. Er zijn twee kabelbanen in Jardín, één aan elke kant van de stad. Beide bieden een prachtig panoramisch uitzicht op de stad en de omliggende bergen, maar de ene is een beetje unieker dan de andere; de La Garrucha kabelbaan is een oude houten gondel die wordt bediend met een mechanisch katrolsysteem. Het kan een huiveringwekkende rit zijn, maar de ervaring schijnt uniek te zijn en niet te missen. De andere is op dit moment ook niet in gebruik, dus dat maakt de keuze nog ietsjes makkelijker. Tijdens de wandeling zien ze hem al in beweging en als ze aankomen bij de kabelbaan krijgen ze te horen dat ze een half uur moeten wachten tot de volgende rit. Ze besluiten maar gewoon door te lopen en later wellicht nog terug te gaan. Ze hebben vanaf bovenop de berg een prachtig uitzicht over het dorp, besluiten dat het zien van de bizarre kabelbaan genoeg is en lopen daarna weer terug naar het centrale plein voor een biertje. Reni sluit daar weer aan en drinkt een biertje mee. De architectuur op het plein is prachtig, maar wat dit plein écht onderscheidt is de zitgelegenheid; in tegenstelling tot veel pleinen in Colombia, is het plein van Jardín gevuld met kleine, kleurrijke tafels en stoelen, waardoor het een prachtige plek is om overdag van een kopje koffie te genieten of ’s avonds een biertje te drinken en te kijken hoe de oude mannetjes mét cowboyhoeden lekker zitten te chillen op de kleurrijke stoeltjes.

’s Avonds lopen we richting supermarkt voor wat brood en kaas voor de volgende dag en in het hostel besluiten we tosti’s te bakken. René moet er alleen nog even uit om wat boter te halen, maar daarna blijven we lekker binnen. John begint wederom over het grot verhaal en verzoekt ons weer om een tour te boeken. Wij vertellen hem op onze beurt weer dat we graag het héle stuk willen wandelen, omdat we dit leuk vinden en zijn gezicht vertrekt weer van onrust. We snappen het probleem niet helemaal, omdat we online hebben gelezen dat de wandeling te doen moet zijn. Hij vraagt weer of we langs het kantoortje willen gaan en René verteld dat hij dit al heeft gedaan, maar geen tour wilt boeken. John zegt dat we het er de volgende ochtend nog verder over zullen hebben en we laten het verhaal rusten.

De volgende ochtend krijgen we een ontbijtje die we de vorige avond hebben besteld, bestaande uit een arepa (een soort pannenkoek gebakken van een gekookt maïsmeel deeg) met daarbij een roerei met tomaat, ui en kaas. Prima ontbijtje! We gaan de deur uit richting het plein, waar we Matthias ontmoeten. Reni bedenkt dat ze haar pet is vergeten, waardoor we teruglopen naar het hostel. Daar is John aan de telefoon met de touragency van de Splendor grot en vraagt ons wederom er even langs te gaan om de entree te betalen. We besluiten dit niet te doen, want we weten nog niet eens of we de grot überhaupt gaan halen. Vol goede moed beginnen we met de wandeling, welke ons eerst leidt naar een waterval die niet mega indrukwekkend blijkt te zijn. Vlak voor de waterval is er een labrador met ons meegelopen en die loopt na de waterval ook nog lekker met ons mee. We vragen elke keer als we iemand tegenkomen of hij/zij de weg naar de grot weet en komen hierdoor elke keer een stukje dichterbij. Ook blijkt onze nieuwe hondenvriend een fijne bewaker te zijn; alle honden die we tegenkomen jaagt ze weg!

Uiteindelijk moeten we een privé terrein op, maar doen dit zonder gêne, omdat dit op internet beschreven werd als iets wat oké is om te doen. We moeten langs een huis met twee zeer agressief blaffende, maar gelukkig aangelijnde honden en komen terecht in een soort wilde jungle waar we over een paadje lopen wat eigenlijk nauwelijks nog een pad te noemen is. Matthias ziet een paadje naar beneden die hij verkent en René probeert het een stukje verderop bij een waterval. Matthias zijn paadje blijkt een soort bruggetje naar de overkant van de rivier te hebben, waardoor we besluiten af te dalen. Nog geen paar meter verder slipt Reni weg en kukelt ze een stuk naar beneden de wilde jungle in, waar ze zich gelukkig snel vast kan grijpen aan allerlei lage takken. René schrikt zich een ongeluk en vraagt of ze oké is. Matthias komt snel terug en hoort Reni lachen en zeggen dat het prima gaat. Reni lacht vrijwel altijd als er mensen vallen of domme dingen doen en doet dit dus ook als het haarzelf overkomt – een soort zenuwlachje. We besluiten toch deze ruige natuur te verlaten en terug te gaan naar de waterval om nogmaals te kijken of we daar een beter pad kunnen vinden om verder te kunnen gaan. Reni frist zich op bij de waterval en René en Matthias bedenken dat het toch beter is om terug te gaan.

We lopen terug naar het huis met de enge honden en worden daar opgewacht door de eigenaar. Ook aan hem vragen we de beste weg naar de grot en hij legt die aan ons uit in een onverstaanbaar Spaans en is daarnaast ook zo lief om ons de weg over zijn grond naar beneden te wijzen. We komen uit bij een zelf gefabriceerde bamboe brug, die we voorzichtig oversteken. Onze nieuwe hondenvriend vindt het een beetje spannend, maar na een trap onder zijn kontje van Reni steekt ook zij de brug over. We komen op een heuvel terecht waar geen enkel pad meer te bekennen is en lopen maar een stuk omhoog in de richting die de vriendelijke meneer ons heeft gewezen, in de hoop iets te vinden. We zien in de verte twee mensen op de heuvel bij een boom staan en besluiten in die richting te lopen en hen de weg te vragen. Na veel geklauter komen we bij hen uit en zijn ze zo vriendelijk ons te vertellen waar we heen moeten. Ze komen ons zelfs achterna om ons de juiste weg te wijzen, omdat we niet helemaal goed lopen. We moeten een prikkeldraad hek onderdoor en verder naar boven klimmen om bij een weg uit te komen. Als we hier uiteindelijk uit zijn gekomen blijkt dat we in plaats van een rondje nu van de ene naar de andere kant zijn overgestoken. We lopen dus de weg die we eigenlijk naar beneden zouden lopen nu omhoog. Geen probleem, want op een andere manier gaan we er duidelijk niet komen 😉

We lopen inmiddels al drie uur en we zijn nog lang niet bij de grot. De weg tot nu toe is prachtig, maar wel bewolkt en een beetje mistig. Toch besluiten we verder te gaan, omdat we graag de eindstreep willen halen. Mevrouw hond – inmiddels omgedoopt tot Muppet – loopt nog steeds met ons mee en krijgt regelmatig iets te eten van ons, omdat wij haar in deze ellende hebben meegenomen. Het begint ondertussen ook nog te regenen, maar we lijken wel op de goede weg te zijn. We komen bij een paar huisjes, waar we wederom de weg vragen en krijgen te horen dat we nog een uurtje door moeten lopen naar de grot en dat we daar $30.000 pesootjes entree moeten betalen. Inmiddels lopen we al zo’n vier uur en willen we zo dichtbij ons doel niet meer stoppen. We lopen door en komen onderweg nog twee vrouwen tegen die ons apart van elkaar vertellen dat we entree moeten betalen en de laatste verteld ons ook dat we uit moeten kijken met de hond omdat er twee herdershonden op het privé terrein van de familie van de grot zijn. Een beetje ongerust komen we aan bij de familie, maar de honden blijken gelukkig achter een hekje te zitten.

We betalen netjes de entree waar om gevraagd wordt en worden na vijf minuutjes meegenomen naar de grot. Deze wandeling blijkt geen korte te zijn en neemt ons mee langs allerlei glibberige paadjes en watervalletjes uiteindelijk naar de fantastische La Cueva del Esplendor. Het is gelukkig écht een mooie én hele bizarre waterval, wat de ervaring nog meer bijzonder maakt. We did it! Samen met Muppet poseren we even en nemen we wat fotootjes om vervolgens weer naar boven te klauteren over de dunne glibberige paadjes. Wát een avontuur! Inmiddels is de energie best wel een beetje ver te zoeken, dus dat maakt de weg omhoog er niet veel makkelijker op. Eenmaal boven aangekomen hijgen we rond een tafel uit en eten we een broodje. Ook Muppet krijgt een broodje kaas om haar hopelijk wat energie te geven voor de drie uur durende terugreis naar Jardín. Tijdens het eerste deel van de terugreis gaat het nog eventjes enorm plenzen, maar daarna trekt het gelukkig wat meer open, waardoor we van een prachtig uitzicht kunnen genieten. We zien het dorp steeds dichterbij komen, wat de reis soms juist iets moeilijker maakt, want we moeten nog zo’n twee uur. Gelukkig blijkt dat we iets sneller lopen dan maps.me voorspelt, waardoor we nog voor zes uur het dorp bereiken. We genieten van een welverdiend biertje op het plein, met een uitgeputte Muppet naast ons. Arm beestje, die heeft de grootste fout van haar leven gemaakt toen ze besloot met ons mee te lopen. Na een paar biertjes besluiten we ons in onze hostels even op te frissen en af te spreken bij Habana Sandwich voor ons avondmaal. We laten Muppet achter bij de fontein op het plein, waar ze gevoerd wordt met kaasknabbels door een schattig klein jongetje, waardoor ze ons uit het oog verliest en we snel weg kunnen sneaken.

Aangekomen bij het hostel staat John ons al op te wachten en we kunnen de opluchting in zijn stem duidelijk horen. Hij staat verbaasd van ons en is zelfs een beetje trots. Ze zijn hier nog niet helemaal gewend aan toeristen blijkbaar en zéker niet aan toeristen die zelf een flink rondje gaan wandelen. We gaan met schoenen en al de douche in, want die zijn zo ranzig als maar zijn kan en toch al helemaal doorweekt. Na een lekkere opfrisbeurt lopen we richting Habana en eten de jongens een lekkere burger en Reni een vega panini. Na het eten lopen we terug richting plein voor een biertje, wat er al snel meer worden. Toevallig komt eigenaar John langslopen, die we natuurlijk uitnodigen aan tafel. Al snel worden de biertjes aangevuld met een paar typisch Colombiaanse shotjes Aguardiente, waardoor we nog wat sneller dronken raken. De shotjes smaken een beetje naar anijs, waardoor het voor ons meer neigt naar Griekse ouzo. Prima drankje, dus! Het dorp is een stuk drukker doordat het weekend is en er veel lokale mensen vanuit Medellín overkomen voor een fijn weekend op het platteland. We zien veel mensen dansen, veel mensen rustig een biertje drinken aan de prachtige kleurrijke tafeltjes en we zien veel cowboys én girls – die zichzelf echt mega stoer vinden – op paarden, met een heel raar snel drafje, rond het plein rijden. Wij vinden het eigenlijk vooral heel zielig – de cowboys én de paarden.

De volgende dag worden we met een aardige kater wakker en kunnen we de ochtend gelukkig rustig aan doen. René is deze ochtend vroeg met z’n kater naar het busstation gelopen om tickets te regelen voor de bus van 12.15u, dus tot die tijd hoeven we alleen nog te ontbijten en onze tas te pakken. We nemen afscheid van John, vertellen hem eerlijk dat we de bedden iets te hard vinden (het is alsof je op een steen ligt) en lopen we richting busstation. Het is een prachtige reis richting Medellín, alhoewel de buschauffeur érg sportief rijdt langs alle kronkelweggetjes die nu gelukkig wel geasfalteerd zijn.

 

Comments are closed