Costa Rica, La Fortuna

21-23 maart 2018

Tijdens onze reis naar La Fortuna zien we het bewijs van hoe vooruitstrevend en anders Costa Rica is ten opzichte van de rest van Midden Amerika; een heus windmolenpark midden in de prachtige natuur. De bootreis valt ook niet tegen en na een paar uurtjes bereiken we La Fortuna, waar wij zullen verblijven in Chill Out Arenal. Gemiddeld betalen we nu in Costa Rica ongeveer $25 dollar per nacht, maar in dit pareltje hebben we een kamer geboekt voor $10 dollar per nacht. Het is niet de nieuwste kamer die je kan bedenken, maar hij is erg schoon en na de knop omgezet te hebben eigenlijk best prettig.

De meeste mensen die La Fortuna bezoeken, bezoeken de Arenal vulkaan. De beroemde kegelvormige reus die dit slaperige landbouwstadje op de kaart zette. Maar er is nog een andere intrigerende aanblik in de buurt die een bezoek waard is. Cerro Chato is een minder bekende vulkaan die vlak naast de Arenal ligt. Het heeft een prachtig smaragdgroen kratermeer en de tocht omhoog is één van de meer uitdagende hikes in Costa Rica.

In de busrit naar La Fortuna toe krijgen we wat informatie van onze ‘reisleider’ en krijgen we ook te horen dat de Cerro Chato – die wij willen beklimmen – gesloten is. We hebben eigenlijk niet zo’n zin om de Arenal te beklimmen, vooral omdat de ‘beklimming’ helemaal geen beklimming is, maar gewoon een wandelroute aan de voet van de vulkaan. In de middag googlen we of we de berg alsnog kunnen beklimmen en komen we verschillende verhalen tegen van mensen die de hike vrij recent alsnog hebben gedaan.

In de avond lopen we naar het centrum om wat te eten en vragen onderweg aan een touragency of er écht geen optie is om Cerro Chato te beklimmen. Helaas krijgen we het antwoord dat we niet wilden horen, namelijk dat het echt niet mogelijk is. Eigenlijk kan je in Costa Rica nergens een berg op zonder een gids. Voor het eten komen we terecht bij een sushitent – die Reni stiekem van te voren al had opgezocht – waar we een sushiboot bestellen. We besluiten de hike gewoon te proberen, we kunnen altijd omkeren als we denken dat het onverantwoord is.

De volgende ochtend vertrekken we vroeg, goed voorbereid naar Cerro Chato. Reni stuurt nog een berichtje naar haar vriendin Joëlle, om te laten weten wat het plan is van vandaag en stiekem om iemand te informeren waar we zijn mocht het misgaan. Het is toch een beetje spannend! We lopen eerst anderhalf uur naar de voet van de berg en komen onderweg een mega schattig hondje tegen die graag een portie liefde ontvangt. Aan de voet van de berg is de Green Lodge gevestigd, waar we door twee jongens worden gesommeerd naar binnen te gaan en te betalen, omdat we hun erf zouden betreden. Na enige twijfel besluiten we toch naar binnen te gaan en $10 dollar entree per persoon te betalen om het eerste stuk over hun landgoed heen te lopen. De rest is op eigen risico, maar dat was het sowieso eigenlijk al. Vlak achter ons komt een ander koppel aan, die hetzelfde idee heeft.

Het eerste stuk over het landgoed is meteen al prachtig, dus dat beloofd wat voor de rest van de hike. Na vijftien minuutjes lopen – drie kwartier korter dan de receptionist van de Green Lodge ons had beloofd – komen we bij de originele ingang van de berg. We hebben dus $10 dollar betaald voor een kwartiertje lopen, top. Bij de ingang lopen we het eerste bord voorbij welke ons verteld dat we eigenlijk niet verder mogen lopen. Er staat dat het pad gesloten is vanwege wetenschappelijk onderzoek, geen idee wat dat precies betekend. Onwetend lopen we verder en lopen we al snel het bos in, wat meer een soort regenwoud is. Het is bewolkt, waardoor het landschap veranderd naar een mistig nevelwoud. Het pad is bijna een jaar gesloten, maar is al flink aan het overwoekeren door allerlei wortels, waardoor we flink moeten klimmen en klauteren. We komen onderweg naar boven twee keer op een punt die afgezet is met prikkeldraad, lint en borden, maar kunnen beide plekken makkelijk omzeilen door eromheen te lopen. Een groot deel van het pad is smal en steil, met uitpuilende boomwortels en gladde plekken door nat geworden klei.

We bereiken het hoogste punt van Cerro Chato (1.140 meter) na twee en een half uur klimmen en moeten daarna nog een klein stukje afdalen om bij het kratermeer te komen. Het is bewolkt als we aankomen bij het hoogste punt, dus geen Arenal vulkaan te bekennen. Om naar boven te komen was het al flink klauteren, maar dit stukje naar beneden is een flink stuk moeilijker. Met gebruik van handen en voeten en op een héél rustig tempo komen we uiteindelijk bij het kratermeer aan. Inmiddels zijn we acht andere mensen tegengekomen tijdens de hike, wat wel een beetje een geruststelling is. We besluiten bij het meer niet te gaan zwemmen, maar alleen een broodje te eten, omdat het toch wel fris is. Na het broodje zetten we de beklimming omhoog weer in, wat gelukkig niet moeilijker is dan het naar beneden was. Tijdens de weg omhoog klaart het een beetje op en zien we zowaar een stukje van de Arenal vulkaan verschijnen. Als we helemaal boven zijn is hij helemaal zichtbaar en maken we snel helemaal happy een paar fotootjes om dit mooie moment vast te leggen.

Na de fotosessie beginnen we aan de weg terug, welke precies dezelfde is als de weg naar boven. Je denkt altijd dat de weg naar beneden een stuk sneller gaat dan ‘ie naar boven ging, maar dat is helaas vaak niet waar. De weg is glad, dus we moeten voorzichtig blijven. Met veel sprongen van wortel naar vaste grond komen we steeds een stukje dichterbij het beginpunt. We komen op de weg naar beneden nog flink wat andere hikers tegen, we tellen er uiteindelijk zo’n vijfentwintig. Als we bij de Green Lodge aankomen kunnen we onze modderschoenen schoon schrobben en maken we nog gebruik van het toilet om nog een beetje ons geld eruit te halen. We lopen een stukje verder naar een leuk tentje die we op de heenweg al hebben gezien en drinken daar een overwinningsbiertje. Na het biertje lopen we verder en hebben we eigenlijk continu zicht op de Arenal vulkaan met zijn broertje Cerro Chato.

Terug bij het hostel boeken we een nachtje extra, springen we onder de douche en genieten we in de tuin van het uitzicht op de vulkaan. In de avond eten we heel lekker bij Tierra Mía, waar we ook stiekem een lieve straathond wat te eten geven.

De volgende ochtend is het alweer tijd om door te reizen. René haalt een yoghurtje voor ons, waar hij een dooie gekko bij cadeau krijgt en om acht uur stappen we de eerste bus in die ons naar Tilarán brengt. In Tilarán moeten we overstappen op een bus naar Cañas en vanuit daar kunnen we naar onze eindbestemming komen; Liberia.

 

Comments are closed