17-18 maart 2018
In Palmar Norte moeten we een paar keer de weg vragen naar de juiste busstop, maar komen uiteindelijk op de juiste plek terecht. We wachten een kwartiertje tot de bus er is en worden drie kwartier later langs de grote weg in Uvita eruit gegooid.
Uvita is een prachtig plekje aan de Pacifische kust van Costa Rica. Het staat bekend om het prachtige strand met wit zand, turkoois water, wuivende palmbomen en een zandbank in de vorm van een heuse walvisstaart, genaamd de “Whale Tail”. Het gebied is een populaire bestemming om – in het juiste seizoen – walvissen te spotten, maar as usual zijn wij dat niet!
Het hostel wat we hebben uitgekozen zit een flink stuk verder dan waar we zijn gedropt, dus we moeten nog een stukje lopen. We starten onze tocht, maar komen er al snel achter dat we niet de beste route hebben uitgekozen. Reni trekt de hitte en de omweg slecht, waardoor het er niet veel gezelliger op wordt. We besluiten te pauzeren bij het eerste schaduwplekje dat we treffen. Na vijf minuten komt er een Amerikaanse dame langsrijden die vraagt of we weten waar een plek is waar pasfoto’s gemaakt kunnen worden. Geen idee natuurlijk, maar als ze een tweede keer komt langsrijden is ze wel zo lief om ons een lift aan te bieden naar de Flutterby House, ons onderkomen voor vannacht.
De Flutterby House is ons aangeraden door onder anderen het Rotterdamse stel en wordt omschreven als een gezellig, druk, bohemien-hippie-achtig hostel, met een sterke focus op duurzaamheid. Er zit een bar/restaurant bij in en je kan er slapen in boomhutten – mooie combi! We checken in, worden naar onze (krappe) boomhut geleidt en lunchen daarna in het restaurant. Om vier uur lopen we richting strand om de zonsondergang en de Whale Tail onder water te zien. Dit doen we om vier uur pas omdat het dan wat is afgekoeld én omdat het strand onder het National Park valt en je vanaf vier uur niet meer hoeft te betalen als je het strand op wilt – stelletje gieren, haha! We lopen een flink stuk over het strand, zien een prachtige zonsondergang en zien de Whale Tail niet, maar het water erbovenop zorgt samen met de prachtige lucht voor een betoverend plaatje!
We lopen terug via het ‘centrum’, waar we een supermarkt vinden voor een ontbijtje voor de volgende dag. Bij Flutterby drinken we een biertje en genieten we van de dagspecial; een Thaise curry! Na het eten bestellen we nog wat huisgemaakte tacochips met salsa en krijgen we welgeteld acht chipjes met een enorme bak salsa – raar! We vragen als de chips op is nog een portie om de salsa ook op te kunnen krijgen en krijgen na flink wat morren van de bediening een gratis extra portie.
De volgende ochtend bakken we tosti’s en lopen we als het eb is naar het strand om de Whale Tail te kunnen zien en op te kunnen lopen. We lopen met onze voetjes in het water naar de staart en lopen aan het einde van de staart de rotsen over richting de kust, wat een beter plan leek dan het uiteindelijk was. Na flink wat tenen stoten haalt René uiteindelijk z’n grote teen open en besluiten we zonder de zee te hebben bereikt terug te klauteren. Als we er bijna zijn gaat Reni ook op haar smoeltje en boort ze een steentje haar hand in, die er niet meteen uit wil. De ochtend verloopt niet heel lekker! Doordat Reni een beetje moet wennen aan haar hormonale huishouden na het verwijderen van haar spiraaltje is deze dag snel omgeslagen naar een chagrijnige – iets wat René meestal best goed trekt, maar vandaag niet. De terugweg is daarom niet heel gezellig en voor de eerste keer merken we dat er heimwee naar huis is.
Terug bij het hostel wachten we tot we naar de busstop moeten en probeert Reni tevergeefs het steentje uit haar hand te halen. Om elf uur pakken we de bus richting Dominical, een dorpje twintig kilometer verderop.