17-18 april 2018
We willen al een tijdje een glimp opvangen van lava, maar dat is tot nu toe nog niet gelukt. We hadden de kans in Chili op de Villarica vulkaan in Pucón, maar helaas was het ons daar niet gegund vanwege het dagelijks veranderende lavalevel. We hadden naar de Masaya vulkaan kunnen gaan in Nicaragua, maar daar hoorde we ook dat je mazzel moet hebben wil je iets zien en we hebben de nabijgelegen Pacaya vulkaan overwogen, maar deze vulkaan is niet meer zo actief is als touroperators je willen doen geloven. Er was ooit een lavarivier waar je marshmallows boven kon roosteren op de Pacaya, maar deze is er allang niet meer. De Acatenango vulkaan is waar de échte actie te vinden moet zijn!
Er is namelijk geen betere plek om de majestueuze el Fuego vulkaan te zien uitbarsten dan op de Acatenango vulkaan. De el Fuego vulkaan is één van ’s werelds meest constant uitbarstende vulkanen. We waren echter volledig onvoorbereid op hoe episch dit avontuur zou worden. Echt waar, dit is het meest ongelooflijke natuurspektakel dat we ooit hebben gezien.
Het avontuur begon om half acht op een mooie zonnige dag. We werden opgehaald bij ons hotel en meegenomen naar het kantoor van Gilmer Soy Tours in de buurt van de vulkaan. Hier rusten we onszelf uit met wandelstokken, eten en een warme muts voor René. Gelukkig is er inmiddels een basecamp op de Acatenango vulkaan opgezet, waardoor we geen tent, slaapzak en matje naar boven hoeven te sjouwen. Door het doen van deze hike dragen we ook meteen een steentje bij aan lokale projecten die Gilmer uitvoert voor zijn dorp, zoals goede nieuwe watervoorzieningen.
Nadat we alles hebben ingepakt wat we nodig denken te hebben, worden we naar de voet van de vulkaan gebracht en beginnen we rond half tien met onze klim naar boven. Het begint meteen goed, lekker steil kriskras door de maïsvelden over mul vulkaangrind. We hadden ons ingesteld op 5 keer stoppen tijdens de hele klim naar boven, maar dit blijkt niet zo te zijn. We stoppen zo ongeveer elk kwartier en kunnen bij bijna elke stop wel iets kopen. We kletsen ondertussen wat met de zusjes Steffi en Bregje, waar we al snel een leuke klik mee hebben en komen een flink aantal zwerfhonden tegen, die gezellig met ons meelopen in de hoop een beetje eten van ons te krijgen.
Als we hoger komen en beginnen aan onze tocht om de vulkaan heen, horen we voor het eerst het diepe grommen van een vulkaanuitbarsting. We schrikken ons rot van het enorme geluid en het trillen van de grond onder onze voeten. We hebben ons toch niet helemaal gerealiseerd dat de vulkaan ook daadwerkelijk uitbarst. Hoe dichterbij we komen, hoe meer we horen dat de vulkaan zijn naam eer aandoet. Na zes uur klimmen en véél stoppen bereiken we ons kamp en vestigen we ons op 3.776 meter. De beklimming is ons erg meegevallen, omdat we ons hebben ingesteld op één grote nachtmerrie.
Wat een plek. We hebben een prachtig uitzicht op de el Fuego vulkaan, beter nog dan de vele andere kampen die we eerder voorbij zagen komen. We zitten eersterangs! De vulkaan lijkt elke drie kwartier een flinke uitbarsting te hebben, met wat kleintjes tussendoor. Tijdens het daglicht zien we zwarte stukken de mond uitvliegen en flinke rookpluimen omhoog komen met daaropvolgend een intens bulderend geluid.
Als de avond valt en het wat gaat schemeren krijgen we nog een prachtige lucht boven de el Agua vulkaan aan de andere kant. Het lijkt alsof de vulkaan een engel is met van die mooie lichtstralen eromheen, we hebben eigenlijk nog nooit zoiets gezien. Als het echt donker begint te worden zien we de rode gloed van het uitbarstende lava pas echt goed. Het zien van een vulkaanuitbarsting is iets zo onwerkelijks, waardoor je af en toe je eigen ogen niet gelooft.
We zitten allemaal knus rond het kampvuur met alle kleren aan die we mee hebben, want het is koud. Elke keer als de vulkaan uitbarst rent iedereen bewapend met camera naar het beste plekje om dit bijzondere natuurverschijnsel vast te leggen. Rond zeven uur eten we noodles en aardappelpuree met bonensmurrie en tacochips en na het eten komen de warme choco en marshmallows tevoorschijn.
Rond negen uur duikt iedereen zijn bed in, om genoeg uit te rusten voor de klim van vannacht. We gaan nog 200 meter verder klimmen naar de top, om de zonsopgang vanaf het hoogste punt te kunnen aanschouwen. Na een gebroken nacht op mega dunne matjes en met een inderdaad constant uitbarstende vulkaan naast ons, kruipen we rond kwart voor vier onze tentjes uit en beginnen we om vier uur bewapend met lichtjes op onze hoofden met de wandeling naar boven.
Het is een heftige klim naar de top, maar het is het meer dan waard als we boven aankomen. We aanschouwen een prachtig surrealistisch wolkendek, waar de twee vulkanen eigenwijs doorheen steken. Als we boven aankomen, maar nog geen zicht hebben op de el Fuego zien we een mega uitbarsting boven de top van de Acatenango uitkomen. Nét te vroeg! We wachten zo’n dertig minuten op nog een uitbarsting, maar die komt er helaas niet. Wel zien we een prachtige zonsopgang en hebben we een fenomenaal uitzicht. Als iedereen zo ongeveer bevroren is besluiten we weer af te dalen naar het kamp, waar een aantal anderen die niet meer wilden klimmen zijn achter gebleven.
De tocht naar beneden is een stuk makkelijker en leuker dan die naar boven, doordat we ons al wegzakkend in een grote laag vulkaangrind naar beneden kunnen storten. Op het kamp pakken we onze spullen, werken we melk en cornflakes naar binnen en vertrekken we rond acht uur weer naar de voet van de vulkaan. Het belooft een zware weg naar beneden te worden, zeker als we weer zoveel stoppen als op de heenweg. Gelukkig is dat niet helemaal het geval, maar zwaar is het wel. We kunnen niet helemaal op ons eigen tempo naar beneden, wat het nog een stukje zwaarder maakt. Na drie uurtjes ploeteren zijn we beneden en worden we als iedereen beneden is weer met de bus naar het kantoor van Gilmer Soy Tours gebracht om onze spullen terug te brengen.
Als alles is ingeleverd en iedereen zijn blaas is geleegd, stappen we de bus weer in op naar Antigua. We worden netjes voor ons hotel afgezet en de rest van de dag doen we zo min mogelijk – lekker uitrusten. Reni krijgt te horen dat ze niet is uitgenodigd voor een gesprek bij het RAADHUIS, waar ze even flink van baalt en René probeert tevergeefs een kaart op de post te doen en haalt wat boodschappen – eindelijk weer pesto! We zijn zo verrot van het heftige avontuur dat zelfs koken ons niet meer lukt en we ’s avonds alleen een tostietje eten.
Voor de volgende dag hebben we een shuttle naar het meer van Atitlán geregeld, die ons om half één komt ophalen. We slapen dus lekker uit, bakken weer tosti’s en wachten samen met een ander stel uit het hotel tot we worden opgepikt. Reni stuurt nog een reactie naar het RAADHUIS en verteld ze dat ze een goede aanwinst zijn misgelopen. We worden drie kwartier later – als allerlaatsten – opgehaald, waardoor het erop lijkt dat we niet meer naast elkaar zitten. Tot onze grote vreugde blijkt dat toch wel te kunnen, want er zitten uitklapstoeltjes naast elke tweezitter. Reni neemt plaats op het wankele uitklapstoeltje, waardoor we samen aan het blog verder kunnen werken.