29-01 april 2018
Vanaf de haven in San Jorge hopen we dat er een bus klaar staat die ons verder kan brengen naar Granada of in ieder geval een stukje dichterbij, maar dit is helaas niet het geval. Donderdag en vrijdag blijken de belangrijkste dagen te zijn van heel Semana Santa, waardoor er vanaf deze plek helemaal geen bussen vertrekken. We zijn dus wederom aangewezen op taxi’s. En die zijn er genoeg. Na wat prijzen te hebben gevraagd stappen we bij een wat oudere man in, die we het meest te vertrouwen vinden. Hij verteld ons als we rijden dat hij ons voor $30 dollar helemaal naar Granada wilt brengen, wat ons wel een goed idee lijkt. Matthias mag voor ons beslissen of hij dit wilt of niet, omdat hij iets meer op budget reist dan wij, maar besluit gelukkig al snel het ook een goed idee te vinden. We beginnen het bus-taxi spelletje in Nicaragua inmiddels een beetje zat te raken.
Granada is een hele mooie, oude, koloniale stad. Het is opgericht in 1524 – waardoor het een van de oudste steden in de regio is, voltooid in 1539, het werd verwoest door piraten in 1655 en herbouwd tussen 1781 en 1783. De stad is nog beschadigd door de strijdkrachten van William Walker in 1854 en het werd gerestaureerd naar het huidige uitgebreide interieur in 1862. Overal zijn mooie, fel gekleurde, gekalkte muren, er rijden paardenkoetsen door de stad en er zijn fantastisch mooie kerken en kathedralen te vinden.
Zo snel als het barrel van een taxi kan gaan rijden we naar Granada en na een uurtje worden we allebei netjes afgezet bij ons hostel. Matthias bij Hostel De Boca en Boca en wij bij Hostel GM Granada – mét zwembad, hell yeah! Naast processies zien willen we namelijk ook een beetje relaxen en wilt Reni werken aan haar portfolio en sollicitatie. We kunnen nog niet inchecken als we aankomen bij het hostel, maar we kunnen wel onze spullen stallen, wat werken en wat boodschappen doen. Om één uur precies mogen we onze kamer in, waar net allerlei monteurs in en uit zijn gelopen, maar het blijkt een prima degelijke kamer te zijn met een toiletpot midden in de kamer – weer eens wat anders!
In de avond lopen we richting Matthias en gaan we opzoek naar processies, bier en eten. De eerste lukt helaas niet direct, niemand weet waar er iets gebeurd in verband met Semana Santa, waardoor we maar gewoon wat gaan drinken en eten in de drukke Calle la Calzada, waar zo ongeveer alle restaurants en café’s van Granada te vinden zijn. Als we onze buikjes rond hebben keren we terug naar ons hostel en sturen we Matthias per ongeluk de verkeerde kant op. Als we langs de straat van zijn hostel komen zien we toevallig een processie, waar we natuurlijk even voor stoppen om het tafereel te aanschouwen. Ook Matthias spotten we weer en we besluiten bij zijn hostel nog een biertje te doen.
De volgende dag wordt René ’s ochtends vroeg gewekt door een processie, waarna hij Reni snel wakker schudt en we samen nog half in slaap naar de weg rennen. De muziek houdt op zodra we buiten komen en er wordt wat gepredikt in het Spaans. We besluiten na een paar minuten weer ons bed in te duiken, omdat het allemaal niet heel indrukwekkend is. Tot laat in de middag werkt Reni aan haar portfolio en sollicitatie en relaxt René wat in en naast het zwembad. Het is gedurende de dag zo’n 33 graden en daarom ook eigenlijk gewoon te heet om dingen te doen.
Rond een uur of vier gaan we er weer op uit, samen met een Duitse jongeman uit ons hostel, opzoek naar kerkelijke taferelen en doen een kleine verkenning van de stad. Onderweg pikken we Matthias op, maar voor de rest vinden we niet heel veel. Op het plein met de grote gele kathedraal komen we de Zweedse vriendinnen Frieda en Elsa tegen, die samen met ons op de boot naar de San Blas eilanden zaten. We hebben nog nooit zulke lieve, positieve mensen ontmoet. Als je een scheet laat staan ze nog te klappen voor je en complimenteren ze je voor je goede performance. Grapje natuurlijk, maar lief en positief zijn ze zeker!
We lopen wederom naar Calle la Calzada voor een hapje eten en gaan dit keer voor een iets goedkopere versie. In de avond is Matthias van plan om naar Treehouse te gaan voor een leuk feestje en wij besluiten tijdens het eten ook mee te gaan. Onze Duitse hostelgenoot lijkt niet het type om dit soort dingen leuk te vinden (lees: iets ouder, nerdy en een beetje een wijsneus), dus we vragen hem niet mee. De shuttle naar de Treehouse vertrekt ieder uur vanaf acht uur en wij besluiten die van negen uur te nemen. Als we klaar zijn met eten komen we erachter dat we ook die van acht uur nog wel redden, waardoor René zich naar het hostel haast om zich om te kleden en Reni en Matthias alvast een plekje in de shuttle reserveren. Als de shuttle voor komt rijden blijkt het een jeep te zijn waar gewoon heel veel mensen in de laadbak worden gepropt, vrij avontuurlijk! Als er écht niemand meer bij kan vertrekken we in het donker naar ons boomhutfeestje. Onderweg komen we de eerste indrukwekkende processie tegen, ver uit het centrum, over een donkere weg loopt een flinke groep mensen met een paar lichtjes in hun hand en een verlichte kist met Jezus erin. Erg mooi! Na wat snelle foto’s vanaf de jeep rijden we snel weer door wanneer we alle mensen voorbij zijn.
Na een half uur – wat toch een stuk zwaarder is dan de beloofde vijftien minuten – komen we aan bij de Treehouse. Onderweg naar boven over het onverharde pad moesten we nog een aantal keer bukken om wat takken te ontwijken en dit lukte René iets minder goed waardoor er nu een wond op zijn hoofd zit. Snel naar boven om zijn hoofd schoon te maken en de schade goed op te maken! We moeten eerst een aardig eindje over grote rotsblok-trappen naar boven klimmen en komen uiteindelijk hijgend boven aan. Als we de Treehouse binnen lopen is het nog niet heel druk, maar zien we tot onze grote vreugde wel een bekende! Lianne, een Nederlands meisje die we hebben ontmoet op de boot naar San Blas, is hier ook! We kletsen een beetje en vertellen al snel dat we René zijn hoofd even moeten schoonmaken en checken. Als de schade meevalt en het ergste bloed weg is gespoeld lopen we terug naar Lianne. Die besluit al snel even ergens te gaan relaxen, want de vorige avond was ook al wild geweest hier. Treehouse is niet alleen een plek voor feesten, maar het is ook een hostel en Lianne heeft hier samen met haar vriendin dus al een nachtje verbleven.
De rest van de avond kijken we lekker naar alle aapjes, of eigenlijk mensen, en doen we zelf ook een klein dansje. Reni gaat pas los als er drum-’n-bass wordt gedraaid, maar stopt daarna ook niet meer. Pas aan het einde van de avond zien we Lianne weer en nemen we nog even snel een fotootje samen. We beloven elkaar op Lowlands weer te zien en wellicht al iets eerder, nog tijdens de reis. We lopen snel naar beneden, want onze shuttle vertrekt om één uur. Als we beneden aankomen blijkt hij net te zijn vertrokken omdat hij vol was. Flink balend besluiten we te wachten op de volgende shuttle van twee uur en wellicht een taxi in te stappen als die er eerder is. We zijn niet de enigen, er zijn nog zo’n zes mensen die er niet meer bij pasten, waaronder een Aziatische jongen, oftewel de Hong Kong Gringo, die iets te veel heeft gedronken en daardoor half kotsend op één van de andere gasten ligt. Na een kwartiertje komt er een grote shuttlebus aanrijden waar we met z’n allen in stormen en zeggen tegen de chauf dat hij kan vertrekken. We hebben eigenlijk wel door dat dit een gereserveerde bus is voor andere gasten, maar proberen het toch met z’n allen. Niet veel later komt er een gewone taxi aanrijden die leeg is, waardoor we daar snel induiken. Samen met Matthias en twee Belgische gasten rijden we ver voor tweeën uiteindelijk terug naar Granada. Fijn!
De volgende dag werkt Reni nog door aan haar portfolio en sollicitatie en geniet René voor de laatste keer van het zwembad. Aan het einde van de middag verkassen we naar hostel De Boca en Boca, omdat we geen extra nacht meer bij kunnen boeken bij GM. We lunchen laat bij The Garden Café en genieten van een heerlijk broodje en een smoothie. We doen nog een kleine citytrip, kopen wat laatste dingetjes voor onze trip naar de Corn Islands de volgende dag en Reni maakt in het hostel alles af voor de sollicitatie en stuurt de conceptmail nog ter controle door naar haar zus, voordat ze het op maandag 1 april doorstuurt naar het RAADHUIS. We eten noodles in het hostel en drinken samen met Matthias nog een drankje voordat we onze bedjes induiken.
De volgende dag ontbijten we, voert Reni de comments van haar zus en zwager door in haar sollicitatiemail en stuurt ze hem uit. Spannend! Om negen uur vertrekken we richting het busstation om een bus naar Managua te pakken en we hebben geluk, we zijn de laatste die de bus vol maken, waardoor we meteen kunnen vertrekken. We komen aan bij UCA Microbus Terminal, waar natuurlijk weer verteld wordt dat we niet met de bus door kunnen en een taxi moeten nemen. Voor $10 dollar worden we uiteindelijk naar het vliegveld gebracht, wat voor hier duur is, maar eigenlijk wel prettig.
Ruim op tijd komen we aan op het kleine nationale vliegveld van Managua en moeten we nog het een en ander overhevelen vanuit de backpack naar onze handbagage, om te zorgen dat de ruimbagage niet de 30 pond, oftewel 13,6 kilo overschrijdt. Nadat we dit alledrie hebben gedaan lopen we naar buiten en weer naar binnen bij de internationale luchthaven. We gaan opzoek naar een plekje om te kunnen zitten en later ook te kunnen lunchen, waardoor we terecht komen bij alle eettentjes die de luchthaven te bieden heeft. We drinken eerst een koffietje in een soort bruin eetcafé en nemen daarna plaats in de openbare ruimte waar we een broodje van de Subway verorberen. Reni bewaart de helft voor later en stopt deze in haar tas, om hem vervolgens te vergeten.