03-05 mei 2018
Als we na een heerlijk boottochtje – waar we allebei slapend doorheen zijn gekomen – aankomen in Chetumal, moeten we de boot uitstappen en onze handbagage op een rijtje neerleggen op de grond, waarna er een snuffelend keffertje langskomt om te checken of we geen verkeerde dingen het land in willen smokkelen. Iedereen komt gelukkig door de test heen, waarna we door kunnen voor de exit fee en stempel. Onze backpacks liggen daar in een ander rijtje waar de hond wederom een paar keer langs moet lopen om illegale middelen eruit te vissen. Bij een paar tassen staat hij iets te lang stil, waardoor die sowieso open moeten. De andere mensen worden steekproefsgewijs doorgelaten. We moeten allemaal op een knopje drukken op een stoplicht, als hij groen is mag je doorlopen en als hij rood is wordt al je bagage doorzocht. Gelukkig hebben wij allebei groen licht en mogen we na de vraag of we voedsel in onze tas hebben en “Nee” antwoorden gewoon doorlopen.
Mexico in moeten we nog een toeristenkaart kopen voor $540 Mexicaanse pesos, omgerekend zo’n $28 USD. Die omrekening gaat alleen niet helemaal op, want als je in dollars betaald wordt de prijs opeens $35 USD per toeristenkaart – hoppa! Gelukkig schijnt de rest van Mexico wél betaalbaar te zijn. Als we alles doorlopen hebben halen we nog wat pesootjes uit de muur en regelen we een shuttle naar onze volgende bestemming; Bacalar! We moeten een tijdje wachten tot deze daadwerkelijk vertrekt, maar we worden wel helemaal naar ons nieuwe onderkomen Kulu Tubohostel gebracht.
Bacalar is een van de 111 Pueblos Mágicos, oftewel magische stadjes, die door de Mexicaanse overheid als belangrijke culturele bezienswaardigheden zijn gemarkeerd. Het stadje, genesteld aan de oevers van het op één na grootste meer van Mexico, is ongetwijfeld één van de hoogtepunten van de oostkust van Mexico. Gelegen op minder dan twee uur rijden van Tulum, kan je genieten bij één van de vele resorts of andere plekken aan de kristalheldere lagune.
Bij Kulu worden we fijn ontvangen en naar onze buis gebracht. We slapen de komende twee nachten in een soort rioolbuis die omgetoverd is tot mini kamertje mét airco. Het ziet er fantastisch uit, zo aan het zwembad – nu maar hopen dat het net zo fijn slaapt. We nemen meteen een duik in het zwembad en blijven de rest van de dag ook lekker bij ons nieuwe stekkie. We spelen lekker met de hondjes, zwemmen wat, drinken een lekker biertje, werken wat aan het blog en bestellen ’s avonds een pizza Margerita met een korst wat een soort kaasbroodje lijkt – nom!
De volgende dag gaan we vroeg op pad met de fiets, die we gratis kunnen gebruiken van het hostel. Na een snel ontbijtje beginnen we bij Cenote Azul, voor een eerste kennismaking met een cenote en een verfrissende duik. We moeten zo’n vier kilometer fietsen en komen om kwart over negen flink bezweet aan bij de cenote. Helaas hebben we niet van te voren gecheckt hoe laat hij open gaat en blijkt dat we tot tien uur moeten wachten voordat we een duik kunnen nemen – bummer. We doden de tijd met een afleveringetje van Friends en krijgen nog gezelschap van een schattig hondje. Het blijkt het wachten waard te zijn, Cenote Azul is een prachtige plek om een uurtje in te dobberen. De cenote is 90 meter diep en daardoor één van de diepste van de regio.
Na het bezoekje aan de heerlijke poel met water fietsen we door naar het centrum om het kasteel te bezoeken. De belangrijkste historische plaats van de stad is dit indrukwekkende 17e eeuwse fort dat werd gebouwd om de stad te beschermen tegen piraten. We fietsen op de weg daarheen langs allerlei prachtige resorts en hotels die aan het meer liggen en krijgen steeds meer zin om nogmaals het water in te duiken. Als we bij het kasteel aankomen blijkt de toegangsprijs aan de hoge kant en besluiten we om er alleen een rondje omheen te lopen. Na de deceptie van het kasteel bij Río Dulce, Guatemala zijn we voorlopig even genezen om er bij één naar binnen te gaan.
Na het rondje om het kasteel proberen we het publieke strand te vinden, wat ons bijna lukt. We komen aan bij een dok waar René het water inspringt om even snel te piesen. Het dok blijkt naast het publieke strand te zijn, maar die ziet er niet heel aanlokkelijk uit – waardoor we doorfietsen naar een soort waterpark. Als we bij Balneario Mágico aankomen betalen we $15 pesootjes per persoon om naar binnen te komen, maar dat hebben we er graag voorover – want wij zien glijbanen! Als we binnen zijn lopen we meteen richting de glijbanen en het water om een duik te nemen en zien we tot ons grote verdriet dat er geen water door de glijbanen stroomt, waardoor je zeer waarschijnlijk je billetjes verbrand en ze zien er überhaupt eigenlijk niet heel veilig uit. Gewoon maar zwemmen dan! René durft nog wel van de kleine glijbaan af, maar ook daarop verbrand hij bijna zijn billen. De paar uur daarna springen we lekker van de duikplank af, doen we de handstand onder water en zijn we gewoon lekkere waterratjes.
Als we na een paar uurtjes genoeg hebben van het water gaan we wat lunchen in het bijbehorende restaurant en springen we daarna op de fiets opzoek naar een pinautomaat. We vinden er twee in het centrum, maar daar lukt het niet om er centen uit te krijgen. We kunnen het nog even vooruit schuiven om te pinnen, dus we keren weer terug naar ons hostel. Bij het hostel gaan we lekker in de chillmodus en blijken we net op tijd binnen te zijn, want het begint keihard te plenzen. De regenbui houdt zo’n twee uur aan en wordt in die twee uur ook niet echt minder. We spelen in het restaurant lekker een spelletje en op zijn Mexicaans drinken we mezcal en eten we krekels – iehk! Niet uit onszelf natuurlijk, dit lokale goedje werd ons aangeboden door de zeer vriendelijke eigenaresse van het hostel. Na de mezcal gaan we weer over op ons favo drankje; bier.
Rond half zeven fietsen we naar Nao, waar we tussen zes en negen – als een soort happyhour drie voor de prijs van twee – sushirollen kunnen bestellen. René pakt een fiets waar geen achterspatbord op zit, waardoor zijn mooie roze t-shirt flink onder de modder zit na een ritje door de regenplassen. We schuiven de drie rollen sushi met gemak naar binnen en staan daardoor binnen no-time weer buiten. Bij het hostel doen we nog een laatste biertje en blijkt het spelletje met het balletje minder makkelijk te zijn dan Reni van te voren dacht.
De volgende ochtend doen we rustig aan, ontbijten we op ons dooie akkertje en genieten we nog even van het zwembad voordat we rond de middag naar het busstation gaan om een bus naar Mahahual te pakken. Bij het busstation kopen we een ticket en moeten we een tijdje wachten voordat de bus er is. We blijken een heel luxe minibusje te hebben die ons heel soepeltjes naar onze volgende bestemming vervoert.